In het najaar helpen we de natuur graag een beetje door de tuin aan te kleden met vogelhuisjes, vetbollen en andere herfstattributen. Door daar nu alvast mee te beginnen, weet je zeker dat er gedurende het hele najaar een vrolijk orkest van getjilp weerklinkt. In dit artikel geven we enkele tips om je tuin vogelklaar te maken.
Tuinvogels als merels, spreeuwen en koolmeesjes zijn al tevreden met beschutting, nestplaatsen en voldoende voer. Zeker de tuinen met zo min mogelijk bestrating zijn voor deze vogels een ideale verblijfplaats. Zo is een grasveld in de tuin voor hen een bron van wormen en graszaad. Ook een vijvertje helpt. Deze wordt gebruikt als drinkplaats of bad. Beschikt jouw tuin niet over een grasveld of vijver, dan zijn er altijd eenvoudigere opties om de vogels in de tuin te verwelkomen.
Wat te doen?
Vogelhuisjes worden door tuinvogels dankbaar gebruikt als slaapplaats. Maak oude vogelhuisjes schoon en hang eventueel een aantal nieuwe op, zodat er nu al gebruik van gemaakt kan worden. Zorg ook altijd voor een schaaltje met vogelvoer of een aantal vetbollen.
Stel onderhoud aan de tuin uit tot februari/maart. Met een beetje minder onderhoud en snoeiwerk, vergroot je in de winter de overlevingskansen van vogels. Laat ook al het gevallen herfstblad liggen of hark het in de border. Tussen het herfstblad zitten veel insecten die de vogels wel lusten. Bovendien bescherm je hiermee de planten in je border tegen vorst.
Beplanting
Ook tuinen met veel niveauverschil zijn aantrekkelijk voor vogels. Voor een echt vogelvriendelijke tuin dien je dan ook rekening te houden met geleidelijke overgangen van lage beplanting naar struiken en bomen. Plant daarnaast wilde bloemen die insecten aantrekken. Deze insecten dienen voor vogels als prima maaltijd.